De beste tips bij het inparkeren van de wagen
Inparkeren is waarschijnlijk één van de moeilijkste manoeuvres bij het rijden, maar niettemin is het belangrijk om het onder de knie te hebben. Inparkeren is immers vereist immers een doelgerichte techniek die niet enkel bij beginnende chauffeurs ontbreekt, maar die zelfs de meest ervaren bestuurders soms nog niet helemaal onder de knie hebben. De volgende tips kunnen je in elk geval helpen om zo vlot mogelijk in te parkeren, zonder risico’s en in geen tijd!
1. Genoeg plaats.
Zoek een ruime parkeerplaats: hoe meer ruimte je immers hebt, hoe eenvoudiger het is om er te parkeren.
2. Goed opletten!
Kijk in de binnenspiegel, je rechterbuitenspiegel en over je schouder voor je ergens stilstaat of stopt. Geef de richting aan naar rechts en zorg ervoor dat er één meter ruimte blijft tussen de auto en de parkeervakken, zodat er later nog gedraaid kan worden. Het is belangrijk de wagen te stoppen zodra de rechterbuitenspiegel van je auto in één lijn staat met de bovenste streep van het parkeervak.
3. De voorbereiding
Rij ongeveer drie parkeerplaatsen verder en stop de auto wanneer de rechterbuitenspiegel gelijk staat met de bovenlijn van het derde vak in de rij.
4. Achteruitrijden
Kijk goed naar buiten door je binnenspiegel, de rechterbuitenspiegel en de linkerbuitenspiegel. Daarna kijk je nog eens over je schouder en zet je de auto in achteruit. Probeer hierbij zo recht mogelijk achteruit te rijden zodat je het vak zo goed mogelijk kunt benaderen.
5. Inparkeren
Draai het stuur naar rechts en blijf opletten: hou de omgeving van de auto de hele tijd goed in de gaten! Als de wagen ongeveer gelijk staat met het gekozen parkeervak, draai dan het stuur naar links en rijd recht achteruit, het vak binnen. Zodra de wagen in het parkeervak staat stop je. Ziezo, je staat perfect ingeparkeerd!